zondag 25 augustus 2013

Zondag 25 augustus 2013

Het is moeilijk op het moment. Ik leef twee dagen in één. En dat is vermoeiend. Weglopen gaat niet. Ik ervaar paniek. Over ruim drie weken gaat Marnix dood. Nog een keer. Zo ervaar ik het. En ik kan er geen kant mee uit. In mijn hoofd ben ik een gekooid dier dat heen en weer loopt voor de tralies van zijn hok. Van vorig jaar naar nu, van vorig jaar naar nu. Keer op keer.

En de ene dag is de datum bepalend, de andere dag, de dag van de week.
Vluchten is onmogelijk. Het gaat gewoon nog een keer gebeuren, met voorkennis ditmaal. Ik heb behoefte aan alleen zijn. Praten over wat ik voel en doormaak vind ik moeilijk. Het blog is mijn manier om me te uiten. Daarin kan ik alles kwijt wat ik op mijn hart heb. In een persoonlijk gesprek lukt dit me niet en ben ik al gauw geneigd mijn gemoedstoestand te bagatelliseren. Laten we het vooral leuk en luchtig houden.

Voor het eerst in heel lange tijd heb ik een boek uitgelezen. Een troostboek; de Vlindertuin van Hans Peter Roel.
Het boek is geschreven in romanstijl, dat maakt het voor mij leesbaarder dan andere boeken over rouwverwerking.
Het heeft bij mij veel losgemaakt. Ook al verhaalt het boek over het verlies van een zoontje aan een hersentumor, de verschillen zijn voor mij groter dan de overeenkomsten.

Nimmer heb ik mij de “waarom-vraag” gesteld. Vanaf de diagnose heb ik het geaccepteerd zoals het is en was. Een fout van de natuur. Niet meer en niet minder.
Ook boosheid heb ik niet ervaren. Op bewust niveau vind ik boosheid verspilde emotie. Maar na het lezen van het boek vraag ik me wel steeds af of boosheid niet een noodzakelijke stap is in het proces van rouwverwerking. Moet ik boos zijn? Waarop dan? 

Het boek verhaalt over een “zielenwereld”. In vele culturen gemeengoed. Niet in de onze. Zo ook niet in de mijne. Is het een verzinsel om het loslaten te verzachten? Wat moet ik hiervan denken? Ik ben heel blij dat ik daar zelf een mening over mag vormen. Dat ik zelf kan beslissen te geloven of niet te geloven in een zielenwereld.

Zo heeft het boek mij aan het denken gezet en zijn er veel vragen in mijn hoofd ontstaan. Niet iedere vraag heeft een antwoord nodig. Het denkproces op zich is waardevol.


maandag 12 augustus 2013

12 augustus 2013

Meer dan voorheen functioneer ik op de automatische piloot. Bang voor de tijd die komen gaat. Wetend wat ik nu weet en vorig jaar niet wist.
Met de wetenschap die ik nu heb beleef ik elke dag van vorig jaar, deze tijd opnieuw.

En wat ben ik vreselijk bang voor wat er komen gaat. Dus vol gas, iedere dag. Zo moe mogelijk naar bed. Niet denken, niet piekeren en proberen niet te voelen.
Er staat elke dag wel iets op het programma. Iets leuks om met Olav te doen of naar toe te gaan.

Zo vliegen de dagen voorbij. De een na de ander. En hoe "druk" ik ook ben, mijn gedachten kunnen niet uit of op pauze.
Ik zal het moeten ondergaan. Het is een pijnlijk proces. Vorig jaar hield ik Marnix nog vast. Niet wetend dat we een maand later afscheid van hem moesten nemen na een helse periode.

Hier moet ik nu even stoppen.


maandag 5 augustus 2013

5 Augustus 2013

Afgelopen maandag, bij thuiskomst van Texel, is het me in mijn rug geschoten. Alles was nog dik in orde toen ik uitstapte, maar toen Victor een rare manoeuvre maakte toen ik hem uit de auto tilde schoot het in mijn rug. Spit.
De rest van de dag ben ik strompelend doorgekomen. Lang leve de pijnstillers. De snelste manier om van spit af te komen is blijven bewegen, ook al is het pijnlijk.
Dus de rest van de week ben ik in een laag tempo wel alles blijven doen.

Mijn vriendin vanaf de lagere school is geremigreerd en woont nu een krap uur rijden van ons vandaan. Woensdag is ze met haar kinderen bij ons geweest.
Ook al heeft ze acht jaar lang in een ander land gewoond, we hebben de draad weer opgepakt. Tijd voor een nieuwe fase in de vriendschap.
Ik ben heel erg gelukkig dat ze weer in het land is.
In de drie weken voorafgaand aan het overlijden van Marnix is ze twee keer op visite geweest omdat ze toevallig in het land was. Dat heeft zo moeten zijn. Ze is de enige geweest die de uitvaart via internet gevolgd heeft.
Al 29 jaar delen we lief en leed, ondanks de afstand. En we hebben nog altijd veel dat we delen. De vriendschap gaat naadloos verder. Daar word ik echt blij van.
Omdat een van haar kinderen graag bij ons wil blijven logeren, ben ik de volgende dag bij haar om hem terug te brengen. Twee keer in één week, dat is heel erg lang geleden. Maar het voelt goed. Erg goed. MYO bedankt!

De laatste tijd heb ik moeite met het "gat" dat er zit tussen Olav en de tweeling. Olav gaat er, naar mijn idee en inzicht goed mee om, maar ik ervaar het dubbel en dwars.
Als ik het zwembadje in de tuin zet, zit hij er met regelmaat in zijn ééntje in. Een spelletje doen gaat niet met Arthur en Victor. Als er niemand in de speeltuin is om mee te voetballen, voetbalt hij niet. Zeker nu in vakantietijd is het pijnlijk duidelijk. En omdat het gros van tijd door Jur en mij besteed wordt aan het verzorgen van de tweeling en het huishouden, vermaakt Olav zichzelf. Ik vind het moeilijk.

Door een van onze buren is het initiatief genomen om gezamenlijk met de andere bewoners van onze straat voor de kinderen een pannenkoekenparty te organiseren. Afgelopen zaterdag was het dan zover. Vanaf vijf uur werden er pannenkoeken geserveerd in de speeltuin. Wat een succes is dat geworden! Het was gemoedelijk en gezellig. En toen de kinderen op bed lagen en de tafels bezaaid stonden met babyfoons hebben de ouders nog tot in de late uurtjes geborreld en voornamelijk heel hard gelachen. Tegen twee uur 's nachts ben ik maar naar bed gegaan. Ook al was ik de ochtend erna erg moe, ik krijg er veel energie van. Het helpt de lucht in mijn hoofd wat te klaren en het piekeren even op een zijspoor te zetten. Want het piekeren houdt niet op.

Zeker in deze maanden, waarin het vorig jaar snel bergafwaarts met Marnix ging, blijf ik maar malen. Malen over wat er nou precies gebeurd is en het herleven van de slopende dagen van vorig jaar.
Vandaag exact een jaar geleden belde de oncoloog dat er achter de cyste in Marnix' hoofd een uitzaaiing zichtbaar was op de MRI. De eerste keer dat ik heb gevloekt in een gesprek met de oncoloog. In mijn hoofd weet ik nog tot in detail waar ik was en in welke houding ik het gesprek voerde. Aantekeningenbriefje erbij. Alle emoties die ik toen ervoer, ervaar ik weer. Het laat me niet los. Dat zal de aankomende maanden wel zo blijven. Ik kijk er niet naar uit.