Er liggen een flink aantal turbulente dagen achter ons.
Fysiek ben ik weer in staat om te bloggen en dat wil ik dan ook weer graag oppakken. Ik heb gemerkt dat het mij heel erg helpt om mijn gedachten te ordenen en daar heb ik behoefte aan.
De geboorte van Arthur en Victor heeft er zowel lichamelijk als geestelijk flink ingehakt.
De keizersnede heb ik als erg onplezierig ervaren. Het is prachtig dat het allemaal mogelijk is, maar voor mij was het erg heftig. Ik raakte in paniek op de operatietafel en ben een groot deel van de tijd extreem verdrietig geweest. De geboorte van Arthur is daardoor aan mij voorbij gegaan. Toen Victor er was realiseerde ik mij dat ik nog een baby hoorde huilen.
Toen Jur met beide jongens op de verkoeverkamer bij mij kwam was een van de eerste dingen die ik zei: Ik hoop zo dat we deze mogen houden.
Een opmerking uit de grond van mijn hart.
Onze wens was drie kinderen, en onderaan de streep is die wens vervuld, maar de som voor de streep, die hadden we niet zo willen invullen.
Tijdens de ziekenhuisopname kwam ook de dag voorbij dat het precies een jaar geleden was dat we het extreem slechte nieuws over Marnix te horen kregen. En ik was op dezelfde plek. Toen er een longfoto gemaakt moest worden trof ik dezelfde man die vorig jaar de MRI van Marnix maakte. Ik herkende hem gelijk. Een bizarre situatie.
Zo ging het ook met de kinderartsen. Helaas voor ons allemaal bekenden uit een periode die voor ons gitzwart is geweest.
En toch hadden we op geen betere plek kunnen zijn. Het complete medische team heeft zich zo enorm betrokken getoond, het was heel bijzonder om te ervaren. Wij hebben mogen ervaren waarom het Meander Medisch centrum op de eerste plaats is geëindigd in de ziekenhuistest.
Door de datum en de hormonen ben ik in het ziekenhuis extreem verdrietig geweest. Gevoelsmatig herleefde ik de dag voor het slechte nieuws en de dag van het het slechte nieuws opnieuw. De klok heb ik gebiologeerd in de gaten gehouden en de gebeurtenissen van vorig jaar kwamen glashelder terug. Van minuut tot minuut. Het vloog me aan en verstikte me. Want nu is de uitkomst bekend en ik kan niet vluchten voor het jaar dat voor ons ligt. Ik zal alles opnieuw beleven, maar wel met de kennis en ervaring die we nu hebben. Dus komen de aankomst in het AMC, de achteruitgang in het eerste weekend, de MRI, en de bioptname voorbij in mijn hoofd. Ik kan er niet voor weg, het moet opnieuw beleefd worden. Verzet is zinloos.
Het lijkt alsof met de geboorte van de tweeling toestemming gegeven is om te rouwen om Marnix. Heftig rouwen. Er gaat geen dag voorbij of ik moet wel huilen. Ik mis Marnix vreselijk. Onze kleine ondeugd.
Dit is ons nieuwe gezin. Wat gedaan moest worden is gedaan. Marnix is overleden en de tweeling is geboren. Dit is het. Hiermee gaan we de toekomst in. En dat is confronterend.
Bij thuiskomst uit het ziekenhuis hebben Jur en ik besloten nog even geen bezoek te willen. Wij moeten eerst zelf " landen" in de nieuwe situatie. De afgelopen weken is onze sneeuwbal geschud en langzaam dalen nu de vlokjes neer. Op hun nieuwe plek. Wij moeten wennen aan de nieuwe situatie en daar gaat tijd overheen.
De kraamhulp die bij ons was, was geweldig. Een lieve vrouw, deskundig en met veel aandacht en oog voor onze situatie. Een zegen in deze moeilijke tijd. Daarvoor willen we Kraamzorg Midden Nederland dan ook bedanken!
Arthur en Victor lijken zich onbewust bewust van onze behoeftes. Ze zijn de rust zelve. Huilen doen ze eigenlijk niet, ze slapen als roosjes en we moeten ze dan ook wakker maken voor de voedingen. Olav en Marnix waren als baby al niet lastig, maar Arthur en Victor spannen de kroon.
Wij zijn heel blij met ze. En toch ben ik onderhuids terughoudend met hechten aan ze. De angst om kwijt te raken wat je het meest lief hebt zit diep. We weten inmiddels hoe dat voelt. Dat maakt bang.
Gedurende de week raken we gewend aan de tweeling en aan de nieuwe situatie. Ook als de kraamzorg weg is loopt het allemaal soepel. De mannen maken het ons niet moeilijk. Olav is dolgelukkig met zijn broertjes en kust en knuffelt wat af met ze. Hij wil met alles helpen. Flesjes geven, luiers pakken, spuugdoekjes aangeven, hij is echt blij met ze.
Olav geeft wel aan dat hij Marnix meer is gaan missen. Hetzelfde als bij mij. Olav kan erover praten. Steeds vaker refereert hij aan dingen die Marnix deed of zei. Wij vinden het fijn als Olav over Marnix praat. Dat houdt Marnix bij ons.
Afgelopen week is de urn met de as van Marnix thuisgekomen. Een emotioneel moment, een definitief moment. Een kleine, witte asbus. Daarbij Marnix' kanjerketting en foto's. Een dag gevuld met tranen. Iedereen is nu thuis. En toch niet. Het lijkt steeds minder goed te bevatten dat Marnix er niet meer is en waarom hij er niet meer is.
Als Jur en Olav in het ziekenhuis op bezoek kwamen verwachtte ik Marnix in de buggy erbij. Niet ziek, gewoon Marnix. Waarschijnlijk een jaloerse Marnix, want mama delen was niet zijn sterkste kant. Ik miste hem bij het bezoek. Hij hoorde erbij te zijn, maar hij was er niet. Het gemis groeit met de dag. Als ik er bewust bij stil ga staan doet het fysiek pijn en ik word er misselijk van. Dat probeer ik dan ook te voorkomen. Helaas heb ik het niet altijd in de hand.
Naarmate de dagen voorbij gaan krijg ik meer grip op mijzelf en mijn emoties. Voorzichtig geniet ik van onze kinderen. Houden van laat zich niet tegenhouden.
We gaan door, met ons gezicht op de toekomst gericht. En met Marnix voor altijd in ons hart.