dinsdag 31 december 2013

Dag 2013, Hallo 2014

Het einde van het jaar. Ik wil niet verder, maar kan niet terug.

Terugkijkend is ook 2013 een bewogen jaar geweest. Toch valt het in het niet bij 2012. Ons referentiejaar.
De gedachten blijven terug gaan. Herinneringen die langzaam aan detail inboeten door de tijd die voorbij gaat. Soms razendsnel, dan weer tergend langzaam.
Het eerste, volle kalenderjaar zonder Marnix. We laten veel achter, ook weer in het jaar dat na vanavond achter ons ligt.

Het komende jaar belooft roerig te beginnen, veel veranderingen die in het verschiet liggen. We hopen dat de situatie zich in de loop van het jaar zal stabiliseren.
Vanaf 2 januari gaat Jur aan het werk.
Olav stroomt na de kerstvakantie door van groep vier naar groep vijf.
En ik heb weer plek in de gastouderopvang. Anders dan voorheen richt ik mij nu op basisschoolkinderen. Aan de tweeling heb ik genoeg zorg en peuters vind ik te confronterend. Dus kinderen vanaf 6 jaar oud zijn van harte welkom. Gastouderbureau Harlekijn zorgt voor de bemiddeling en dat doen zij altijd met de grootste zorgvuldigheid.

Deze maand valt niet mee. Niet alleen voor mij. Maar ook voor Olav blijkt. Hij verwoordde het vanavond heel treffend: op oudejaarsavond denk ik aan alle leuke dingen die ik het afgelopen jaar gedaan heb en dan wil ik die weer doen. Daar word ik een beetje verdrietig van.
Niet onze favoriete feestavond. Het liefst ga ik naar bed. Maar als onderdeel van een gezin weegt het belang van het gezin zwaarder dan het eigen belang en dus maken Jur en ik er wat van.

Ook nu branden er kaarsjes bij Marnix' urn. Vanavond is hij dichterbij en verder weg dan op andere avonden.
Nog iedere minuut denk ik aan hem, mis ik hem. Hij zou er bij moeten zijn. Lachend en gezond.


Wij wensen iedereen een bijzonder mooi en liefdevol 2014 toe! 


maandag 9 december 2013

Angst

Het leven begint een zekere vorm van normaal aan te nemen. De dagen vullen zich vanzelf. Met de kinderen. Allevier.
Het gemis steekt af en toe als een dolk.

Victor is inmiddels geopereerd. Al zijn mannelijke onderdelen zitten nu op de juiste plek met behulp van een aantal hechtingen.
Dat was aan de ene kant een spannende gebeurtenis, aan de andere kant ging het om een, in onze ogen, kleine ingreep.
Jur is met hem meegegaan. Daar heb ik vrede mee. Mijn gevoel zei me dat ik er moeite mee zou hebben om Victor onder narcose te zien.
Victor heeft er flink last van gehad. We hebben inmiddels wat operatie-ervaring en Victor was er het meest ontdaan van. Een aantal dagen lang was hij erg moe en heel erg hangerig. Dat mag ook, want er is inwendig wel flink wat verschoven. Hij is helemaal hersteld.

Alle gebeurtenissen van de afgelopen jaren beginnen hun plek te vinden en er keert rust over ons en ons gezin.
Het gaat me gemakkelijk af te doen of het goed met mij gaat. Maar oh wat is dat een dun laagje.
Eind oktober ben ik betrokken bij een aanrijding. Ik ben op de fiets aangereden door een auto. Ongelukkigerwijs ben ik met mijn gezicht op de straat terecht gekomen.
Ik was volledig in paniek. Tegen hysterisch aan. In plaats van het alarmnummer wil ik dat Jur gebeld wordt. Het is redelijk in de buurt van ons huis gebeurd en Jur is gelukkig snel bij me. Het lukt me niet om te kalmeren en vanwege mijn onvermogen me te verplaatsen komt er een ambulance. Dat maakt de paniek alleen maar groter. Het geluid van de sirene verlamt me nog meer.
In de ambulance krijg ik iets tegen de pijn en dat helpt me wat rustiger te worden. Mijn grote teen is gebroken en mijn kaak gekneusd. Daardoor is mijn kin de dag erop zwart. Het is een bijzonder gezicht. Ook mijn handen en linkerknie zijn niet gespaard gebleven. Met rust ben ik er wel weer bovenop gekomen. Het had allemaal een stuk erger gekund.

Het verschil met hoe ik was voor Marnix ziek werd is me door het ongeluk duidelijk geworden. Mijn weerbaarheid is gereduceerd naar een toneelstukje dat ik dagelijks opvoer. Met succes, dat wel.
Er is echter maar heel weinig voor nodig om mij van het pad af te helpen.
Ik ben me bewust van een onafgebroken gevoel van angst. Soms op de voorgrond, maar altijd op de achtergrond aanwezig. Mijn angst beslaat voor het grootste deel de kinderen, en daarna Jur. Ik ben bang als Arthur en Victor naar bed gaan, bang als ik ze uit bed haal, bang als ze koorts hebben, bang als Olav naar school gaat, bang als hij gaat buiten spelen, bang als hij gaat hockeyen. Bang als Jur gaat hardlopen of weggaat met de auto. Ik kan zo oneindig doorgaan. Het is vermoeiend, uitputtend en niet leuk.

Momenteel zit ik overduidelijk op het verkeerde spoor en ik heb hulp ingeschakeld om het juiste spoor weer te gaan vinden. Dat ik voor de rest van mijn leven Marnix moet missen is genoeg. Ik wil niet ook nog een leven lang bang zijn.