dinsdag 29 mei 2012

Dinsdag 29 mei 2012

Vanmorgen word ik wakker met een knoop in mijn maag. Hoe is het met Marnix gegaan vannacht? Het is half acht en ik durf nog niet te bellen. Misschien is het een slechte nacht geweest en slapen ze nog. Ik ben vrijer dan Jur op dit moment. Om half negen stuur ik een sms.
Opluchting, Marnix heeft een goede nacht gehad. geen koorts, geen braken. Daar kan ik op vooruit vandaag.
Ik ben uiteindelijk om kwart over tien in het ziekenhuis. Marnix heeft goed geslapen en is vrolijk. Hij heeft geen energie, hij zit nog steeds in bed en wil liever nog liggen.

Helaas gaat het rond het middaguur mis in de zin dat hij moet spugen. Een flinke hoeveelheid. Daarna gaat hij weer slapen. Het spugen kan ik wel verklaren, ook al zit in mijn achterhoofd de angst voor een groei van de tumor, de doseringen en de soorten antibiotica die hij krijgt staan garant voor braken en diarree. Dat heeft in eerste instantie weinig te maken met een infectie.
Om drie uur wordt er weer bloed afgenomen. Om vier uur krijg ik daar de uitslag van. Eigenlijk alles is ongewijzigd. De bloedplaatjes zijn weer verder gedaald en zitten nu op 18. En zijn kalium is weer veel te laag. Dat wordt dus weer opgehoogd via het infuus.
Als Marnix na het avondeten weer wakker wordt van zijn zoveelste tukje is hij heel erg vrolijk, ondeugend en lief. Ik ga even bij hem in bed liggen. Beetje aanklieren. Dan geniet ik, met volle teugen. Even alleen aandacht voor elkaar. Dicht bij elkaar.

Voor het eerst in zeven maanden komt de arts die ons het afgrijselijke nieuws binnen lopen. Zelfs met mondkapje en muts herken ik hem. Hij legt even zijn hand op mijn schouder. Ook op hem heeft deze tijding grote indruk gemaakt. We praten wat en weer is daar de opmerking: jullie doen het zo goed.
Weet iemand wat goed is? Wij doen zoals we zijn. En we zijn veranderd de afgelopen zeven maanden. Kunnen beter schiften, beter relativeren, maar in de basis draait het allemaal om ons gezin. En de liefde voor elkaar.
De arts bespreekt technische, medische zaken en na nog een keer een hand op mijn schouder vertrekt hij weer.
In eerste instantie doet deze ontmoeting me weinig. Later besef ik dat de woorden die hij sprak op 21 oktober 2011 zo'n diepe indruk hebben gemaakt dat ik dat gesprek nooit, nooit, nooit zal vergeten. En hem dus ook niet. Door deze ontmoeting komt het allemaal weer boven.

"Ik heb slecht nieuws. Uw zoon heeft een hersentumor. Hij is groot, 5 cm doorsnee. En er zijn uitzaaïngen. We weten niet precies hoeveel. Hij wordt overgebracht naar het AMC in Amsterdam. We wachten nu op de ambulance"

En daar ging ons leven, onze toekomst, onze veiligheid.
We zijn veranderd. Voor altijd.

1 opmerking:

  1. Tuurlijk zijn jullie veranderd, logisch!! Maar jullie gaan zo open met de situatie om: op alle vragen geven jullie antwoord. Jullie hebben nog steeds oog voor je omgeving, vragen altijd hoe t bij de ander gaat!! Jullie verstoppen je niet.Dat siert jullie, heb k diep respect voor!! Jullie hebben nu een leven van voor de tumor en een onzekere toekomst.... Dikke kus en knuffels

    BeantwoordenVerwijderen