woensdag 14 maart 2012

Dinsdag 13 maart 2012

Als ik 's morgens wakker word ben ik een beetje verdrietig. Geen idee waar dat ineens vandaan komt, maar het is er. Het voelt niet prettig. Het hoort er waarschijnlijk wel bij.

Tussen de middag ga ik met Marnix naar de overblijf. Zoals vanouds. Als we de school binnenlopen worden we gelijk opgemerkt door groep 8 leerlingen die ik vorig jaar op de overblijf had. De kinderen zijn gek op Marnix en ze komen hem begroeten. De aandacht is Marnix in eerste instantie teveel en hij gebruik zijn beproefde afweertechniek. Oogjes dicht en zeggen: nee, slapen.
Uiteindelijk in de klas zit hij op een stoeltje aan de tafel waar hij altijd zat en ontdooit hij. Hij heeft praatjes en alle ogen zijn op hem gericht. Veel kinderen komen ook mij begroeten en vragen honderuit over Marnix:
waarom heeft hij een bult op zijn hoofd? Waarvoor is dat slangetje in zijn neus? Wat is die rode streep op zijn hoofd? Is de tumor al weg? Er wordt mij gevraagd of ik het niet vervelend vind om al die vragen te beantwoorden. Nee, dat vind ik alleen maar fijn. Vertellen en uitleggen. Ik ben blij dat de kinderen komen met hun vragen. En dat Marnix zo warm onthaald wordt. Uiteindelijk moet ik hem onder luid protest uit de zandbak trekken om naar huis te gaan. Tussendoor nog even met de Juf van Olav gepraat. Het gaat redelijk met hem. Hij lacht weer maar is ook baldadig. Weet zich vaak geen houding te geven. Qua intelligentie loopt hij voor. Maar zijn sociale vaardigheden hebben aandacht nodig. Die krijgt hij op school.
Gistermiddag is de moeder van een klasgenootje van Olav overleden. Aan leukemie. Ik krijg kippenvel. 's Middags komt het meisje naar school. De juf en de directeur wachten de vader en zijn dochter op in de klas. Ik voel het verdriet en wil weg.
Als Olav thuiskomt heeft hij een brief bij zich waarin het overlijden van de moeder wordt verteld. We praten daar met Olav over. Hij verteld over het meisje en dat ze over haar moeder heeft gepraat in de klas en dat ze maar één keer heeft gehuild. Aanleiding voor ons om over verdriet te praten en vooral dat dat ook bij het leven hoort. Olav lijkt onbewogen en hoort ons aan. Het onderwerp komt nog wel een keer langs.

Aan het eind van de middag komt een van de twee huisartsen langs die de praktijk runnen. Met deze mevrouw hadden we nog geen kennis gemaakt. De wens tot kennismaking komt vanuit de praktijk. We zullen elkaar nog vaak nodig hebben en zien en dan is het prettig als zij het gezin ook kent. Een fijne, rustige dokter. Marnix schiet in de afweer bij het woord dokter maar ontdooit als hij in de gaten heeft dat er echt niks gaat gebeuren.
Wij prijzen de inzet van beide doktoren. Voelen ons gesteund door de hele praktijk. Er wordt afgesproken dat de de huisartsen zich iedere maand even laten zien. Ze gaan elkaar daarin afwisselen zodat ze beiden op de hoogte zijn. Prettig en betrokken.

's Avonds is het wekelijkse treffen met de breimeiden. Voor Marnix ziek werd troffen we elkaar elke week in het plaatselijke cafe en kon iedereen aanschuiven. Door wat we met Marnix meemaken zijn de relaties zo verdiept geraakt dat we soms de behoefte hebben alleen met elkaar te zijn zonder mogelijke inmenging van "buitenstaanders"
Hechte vriendschappen zijn nog hechter geworden en ik zou me geen raad meer weten zonder mijn meisjes. Ze zijn er vanaf het begin bij geweest en we hebben alles gedeeld. We zijn altijd eerlijk en open naar elkaar. We verschillen soms dag en nacht maar waarin we één zijn is het respect dat we elkaar tonen. Ik wil ze nooit meer kwijt.
Gisteravond kwam het onderwerp verdriet ter sprake. Ik heb bergen met verdriet maar weet niet hoe ze te beklimmen. Ik lijk onbewogen als ik vertel over Marnix en de situatie waarin wij ons bevinden. Het is een nachtmerrie. Een erge nachtmerrie. Wakker worden gaat niet want dit is nu mijn en ons leven. Ik ben ook bang voor het verdriet, want wat als ik de sluizen openzet? Geen idee wat ik mag verwachten. En de angst voor het onbekende maakt dat ik onbewogen lijk. Gaandeweg de discussie krijg ik steeds meer stof tot nadenken. Wil ik dat wel? Veel te laat nemen we afscheid. Eigenlijk zoals elke week. Ik heb amper een steek gebreid.
Wat een heftige dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten