zaterdag 17 maart 2012

Vrijdag 16 maart 2012

Bloedprikken in het Meander. Stelt eigenlijk niks meer voor. Maar toch, van de uitslag hangt wel wat af.
Jur gaat met Marnix en Olav naar het ziekenhuis. Ik ben onderweg voor de Breiboerdrij met mijn compagnon. Voor mij een leuke ochtend. Weer een stap genomen. Dat geeft een fijn gevoel. We zijn stapje voor stapje bezig iets moois van de grond te krijgen waar we met ons hart heel erg achter staan.

Bij thuiskomst wordt mij een pleister getoond met daarbij de woorden: bloedprikken, auw zeer, verdrietig.Gelukkig is het weer voorbij. Nu wachten op hét telefoontje. Dat wachten wordt bekort door de komst van een vriendje van Olav en mijn zus en haar kroost.

Om kwart voor drie gaat de telefoon; een verpleegster van F8Noord of we wel bloed hebben laten prikken want de uitslagen zijn nog niet binnen. Ze gaat erachteraan bellen en een uur later horen we dat de bloedwaarden goed zijn en de kuur maandag door kan gaan. Opluchting?!

Marnix gaat voor het eten nog even mee met de buurvrouw. Een half jaar geleden was dat niet gebeurd. Marnix was namelijk éénkennig. En niet gewoon éénkennig maar extreem éénkennig. Als ik al de kamer uitliep om naar het toilet te gaan vond hij dat eigenlijk niet te verteren. Een oppas hebben we maar een paar keer in uitzonderlijke gevallen nodig gehad en ook dan moest hij hartverscheurend huilen. Een vriendin zei: als je in het woordenboek éénkennigheid opzoekt staat daar een foto van Marnix, en zijn moeder.
Hoe anders is het nu. Met mensen die hij kent gaat hij mee. En als ik weg moet krijg ik een kus en zegt hij: Tot zo, mama! Wat 5 weken ziekenhuis al niet met je kind doen. Voor Marnix is deze situatie beter, hij zit lekkerder in zijn vel dan toen hij nog zo aan mij hing. Het is nog wel zo dat als hij zich pijn doet, er maar één is die hem het beste kan troosten en dat is zijn moeder. Gelukkig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten